Waarom een warmtenet voor Groenoord de beste keuze is

Milieudefensie Schiedam zet vraagtekens bij de gekozen techniek en bij de duurzaamheid van de restwarmte. Dit laat een lid van de Schiedamse afdeling van Milieudefensie weten in een brief aan de gemeenteraad en in een artikel in het AD. De vragen die Milieudefensie Schiedam stelt zijn zeer terecht, maar de conclusies niet. Gelukkig zijn er goede antwoorden op de vragen van Milieudefensie Schiedam. In dit achtergrondartikel zet oud-wethouder Jeroen Ooijevaar, die samen met VVD-wethouder Fahid Minhas belast was met het dossier Nieuwe Energie voor Groenoord, de antwoorden op een rij.

auteur: Jeroen Ooijevaar, oud-wethouder en lid van Milieudefensie

Meer uitstoten om aan je principes te voldoen?
Stel je voor. Je collega heeft zijn dieselauto verkocht en least een benzineauto. Hij rijdt dus al schoner dan eerst. Bovendien zal hij zodra zijn leasecontract verloopt, de benzineauto inruilen voor een elektrische.

Stel je voor dat je elke dag met die collega mee kan rijden. Maar je hebt -terecht- je bedenkingen bij het verstoken van benzine en je moet nog maar zien of de collega echt wel op een elektrische auto zal overstappen. Je rijdt dus maar niet met je collega mee, maar besluit om in je eigen vervoer te voorzien, waarbij je -onder het mom van duurzaamheid- feitelijk dus een extra auto laat rijden.

In deze analogie is de dieselauto het huis dat is aangesloten op aardgas, de benzineauto-die-nog-elektrisch-gaat-worden het huis op het warmtenet en de extra auto een all-electric-woning.

Milieudefensie Schiedam wil niet met die collega meerijden om twee redenen. Ten eerste betoogt Milieudefensie Schiedam dat er andere oplossingen zijn, zoals isoleren, warmtepompen en zonnepanelen. Ten tweede is een bezwaar dat de bron van de warmte die het warmtenet voedt nu voor een groot deel voortkomt uit zaken die niet passen bij de duurzaamheidsgedachte.

Terechte zorgen, maar gelukkig zijn er goede antwoorden. Zoals vaker het geval is met genuanceerde verhalen, is er wel wat tekst voor nodig. Dus zet je schrap!

Redenen waarom elektrische warmtepompen in Groenoord minder geschikt zijn
Milieudefensie Schiedam schreef in een brief aan het college van 24 oktober dat Schiedam moet beginnen met het zoveel mogelijk terugbrengen van de energiebehoefte. Niets is minder waar! Niet voor niets staat er in het Klimaatbeleidsplan, dat de gemeenteraad op 3 november 2020 -vóór het raadsbesluit over Groenoord- heeft vastgesteld, dat bij het thema wonen & energie de ‘Trias Energetica’ als uitgangspunt geldt. De Trias Energetica houdt in dat je éérst het gebruik vermindert, dan zoveel mogelijk gebruik maakt van duurzame bronnen en pas ten derde gaat nadenken of en hoe je gebruik maakt van fossiele brandstoffen.

Ook Groenoord voldoet aan deze Trias Energetica. Onderdeel van het woningpakket waarvoor gekozen is, is het vervangen van enkel glas naar HR++ en het vervangen van deuren en borstweringen door geïsoleerde exemplaren. Verdere isolatie is voorzien in de periode tot uiterlijk 2039. Daarna gaat als gevolg van verduurzaming van de warmtebronnen de aanvoertemperatuur van het warmtenet omlaag en zal Groenoord voldoende geïsoleerd moeten zijn. Maar ook na 2039 is een warmtenet een goed idee.

 

Reden 1: Geen wijk leent zich zo goed voor een warmtenet als Groenoord

Groenoord bestaat bijna volledig uit hoogbouw. Voor warmtenetten geldt dat hoe meer warmteafname er is per vierkante kilometer, hoe goedkoper zo’n netwerk aan te leggen en te exploiteren is. Daarom heeft Schiedam in Groenoord dan ook uitvoeringskosten die gemiddeld vijf (5!) keer lager liggen dan de all-electric variant. Voor een all-electric systeem met warmtepompen is het namelijk nodig dat de gebouwen van de een op de andere dag al zijn ingericht op lage temperaturen. Daartoe moeten de flats van buitenaf in zijn geheel worden ingepakt. En hoewel een aantal VVE’s al hebben gekozen voor het pluspakket met maximale isolatie, is dat een investering die je niet zomaar van iedereen in Groenoord kan eisen.

 

Reden 2: de CO2-reductie met een warmtenet is groter dan met elektrische oplossingen

Maar zelfs al zou geld geen rol spelen, dan nóg is het alternatief dat Milieudefensie Schiedam noemt geen goed idee. De tweede reden is namelijk dat de CO2-reductie aanzienlijk minder is. Voor verschillende scenario’s is door het bureau DWA berekend welke technische mogelijkheden er zijn, wat de kosten daarvan zijn en wat het oplevert aan CO2-reductie. De (minimale) woningpakketten zoals die nu aan huurders en VvE’s worden voorgesteld, zorgen voor een CO2-reductie van 49 procent. De variant met all-electric, dus met warmtepompen, zorgt met de huidige energiemix voor een reductie van slechts 18 procent. Gelukkig wordt die energiemix als we allemaal ons best doen snel duurzamer, maar er zijn meer dan genoeg zinvolle doelen om die duurzame elektriciteit aan te besteden dan aan warmtepompen in Groenoord.

Reden 3: in onze regio hebben we een overschot aan warmte en een tekort aan elektriciteit

De kern van de Regionale Energiestrategie van de regio Rotterdam-Den Haag is eigenlijk heel simpel. In onze regio hebben we simpelweg niet voldoende ruimte om alle duurzame elektriciteit op te wekken die we nodig hebben. Wel hebben we een overschot aan warmte. De regio heeft in 2050 een geschatte elektriciteitsbehoefte van 63 petajoule en de mogelijkheid om daar 26 petajoule zelf van te produceren. Bij warmte is dat net andersom: we zijn in staat om 79 petajoule aan warmte te produceren, terwijl de behoefte ‘maar’ 37 petajoule is.

Het inzetten van elektriciteit om huizen te verwarmen zou de vraag naar elektriciteit die we niet in de regio kunnen opwekken dus verhogen, terwijl we de wel beschikbare restwarmte niet gebruiken.

Reden 4: door elektriciteit in te zetten, leggen we de duurzaamheidsopgave elders

Vooropgesteld: warmtepompen zijn in heel veel gevallen prima om de energietransitie vorm te geven. Moderne exemplaren hebben een prestatiecoefficient van 5, wat betekent dat er vijf keer meer warmte uitkomt dan er aan elektriciteit wordt ingestopt. Maar alle flats in Groenoord van stroom voorzien, kost nog steeds een flinke bak stroom. De redenering van Milieudefensie Schiedam dat je lokaal met zonnepanelen de beoogde warmtepompen kan voeden is echt te simpel; we mogen al blij zijn als we in Groenoord ook maar een fractie van het huidige stroomverbruik op de daken van de flats zelf kunnen opwekken. Bij flats is er nu eenmaal niet zoveel dak beschikbaar per huishouden. Kortom: we zijn bij het inzetten van stroom voor warmte afhankelijk van stroom die we niet duurzaam en lokaal kunnen opwekken, terwijl we als regio prima in onze eigen duurzame warmtevraag kunnen voorzien. De extra duurzame elektriciteit die er dan nodig zou zijn voor Groenoord wekken we dan in het beste geval op zee op. Maar de kans is groot dat we opgave dan ook verleggen naar de achtertuinen van mensen buiten de regio, in de vorm van maatschappelijk behoorlijk bediscussieerde windmolens en zonneweides op land. Gezien de inzet van de zojuist geïnstalleerde regering is het ook niet ondenkbaar dat de grotere vraag wordt vertaald in het ontwikkelen van meer (CO2-neutrale) kerncentrales. Ik kan me niet voorstellen dat dit het effect is dat Milieudefensie Schiedam voor ogen heeft.

Duurzaamheid van de warmte
De andere zorg van Milieudefensie Schiedam zit hem in de duurzaamheid van de opgewekte warmte. Want het laatste wat we willen is een lock-in: een situatie waarbij je afhankelijk bent van ‘vieze warmte’ waardoor je verduurzaming in de haven tegenwerkt. Ook deze zorg is heel terecht, dus daarom zijn daar heel duidelijke afspraken over gemaakt.

De warmte komt voor een belangrijk deel van de afvalverwerkingsinstallatie van AVR. In de VANG-doelstellingen (Van Afval Naar Grondstof) is afgesproken dat er in 2050 een circulaire economie is zonder restafval, dus dat kan dan ook niet meer verbrand worden. Dat is goed nieuws voor de planeet! Milieudefensie merkt dus terecht op dat de restwarmte in aanloop naar 2050 gaat afnemen, maar de suggestie dat daar in zo’n majeur project niet over nagedacht zou zijn, klopt natuurlijk niet. Het zou zonde zijn om in de tijd dat er nog wél restafval wordt verbrand, geen gebruik van die warmte te maken. De AVR is gelukkig niet de enige bron van restwarmte. Ook andere bedrijven in het havengebied leveren warmte. Voor een groot deel zijn dat bedrijven in de petrochemische industrie die uiteraard in een duurzame circulaire samenleving ook niet het eeuwige leven hebben. Maar ook hier geldt dat het zonde zou zijn als we de komende decennia niet van die warmte zouden profiteren. Dit is ook volledig in lijn met het standpunt van Millieudefensie zelf: op hun website staat onomwonden:

“Restwarmte is overgebleven warmte van industriële processen zoals elektriciteitscentrales, datacentra of afvalverwerkingsbedrijven. Deze restwarmte gaat nu nog vaak verloren, of wordt geloosd in de lucht of in oppervlaktewater, maar kan met behulp van warmtenetten ook gebruikt worden om huizen en gebouwen mee te verwarmen. Milieudefensie is een voorstander van deze efficiënte optie.”

Het is merkwaardig dat een lokaal lid van Milieudefensie een standpunt inneemt dat in strijd is met het standpunt van de landelijke organisatie. In de brief van 24 oktober zegt dit Schiedamse lid dat warmte die voortkomt uit het verbranden van afval 60 procent meer CO2-uitstoot genereert, en hij verwijst daarbij naar een rapport van CE Delft. Technisch klopt de data in het rapport uiteraard wel: het verbranden van afval stoot meer CO2 uit dan het verbranden van gas. Maar de rest van de redenatie is natuurlijk klinkklare onzin. Er wordt gesuggereerd dat afval wordt verbrand omdát er een warmtevraag is, terwijl de enige reden dat we afval verbranden is omdat wij onverantwoord met onze grondstoffen omgaan. Gas wordt wél verbrand puur om warmte te genereren. Dat geldt ook voor de elektriciteit die nodig is voor warmtepompen. Milieudefensie Schiedam stelt voor om extra energiebronnen te verstoken omdat we de warmte die toch al geproduceerd wordt niet duurzaam vinden. Dat is hetzelfde als zelf een extra autorit maken, omdat je de auto van je collega waarin je kan carpoolen niet duurzaam genoeg vindt.

Terecht zegt de landelijke Milieudefensie dat we moeten voorkomen dat we afhankelijk worden van de ‘vieze warmte’: “Wel moeten warmtenetten snel overschakelen op duurzame energie”. Wie de business case van Nieuwe Energie voor Groenoord heeft gelezen, weet dat dit een belangrijke inzet is geweest in de overeenkomst met Eneco. Eneco heeft in de concessieovereenkomst dan ook een harde garantie gegeven op de verduurzaming zoals die voor 2030 en 2040 zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord en het Warmtepact. Daarbovenop heeft Eneco, net als veel andere bedrijven die een grote CO2-footprint hebben, in navolging van de Urgenda-zaak de vlucht naar voren gekozen als het om verduurzaming gaat. Met het One Planet Plan heeft Eneco een half jaar geleden te kennen gegeven al in 2035 klimaatneutraal te willen zijn, waarbij een van de expliciet benoemde speerpunten het versnellen van duurzame warmte is.

Dat betekent dat het warmtenet in de nabije toekomst en zelfs eerder dan overeengekomen in de concessieovereenkomst al meer en meer zal inzetten op geothermie, (in mindere mate) aquathermie en andere innovaties die zullen leiden tot een meer duurzame aanvoer van een warmtenet. Maar we hoeven niet op een heilige graal te wachten: het eerder genoemde rapport van CE Delft laat, net als de Regionale Energiestrategie, duidelijk zien dat onze regio al ruim potentie voor de beproefde geothermie heeft.

Tot slot nog even over biomassa. Laat dit duidelijk zijn: voor de warmteproductie voor Groenoord wordt geen enkele boom gekapt of zelfs maar een blaadje gesnoeid! Wel kan ik me voorstellen dat er enige verwarring kan zijn over de term biomassa. Bij de AVR wordt voor een deel resthout verbrand, en dat valt formeel onder de noemer biomassa. Ongeveer 15 procent van de warmte van het Rotterdamse warmtenet komt van afvalhout dat wordt verbrand in de zogenaamde Biomassa Energie Centrale. Dat is de biomassacentrale waar Milieudefensie Schiedam aan refereert. Ook deze centrale verbrandt alleen afval: in dit geval gaat het om afvalhout dat niet herbruikbaar is, zoals sloophout dat vervuild is door verf, lak of andere bewerkingen en dus niet geschikt is voor de houtverwerkende industrie. Het alternatief voor verbranden, is storten en laten vergaan/verrotten. Daar komt dan het broeikasgas methaan bij vrij, met 23 maal de equivalent van C02. Bij het verbranden bij AVR zitten er geavanceerde filters op de schoorsteen, dus die vorm van biomassa verbranden is minder slecht voor het klimaat dan het elders laten verrotten. En je krijgt er ook nog eens warmte van.

Kortom: die ene collega is echt niet zo’n kwaaie pier
Milieudefensie en Progressief Schiedam hebben een gezamenlijk doel: het zo duurzaam mogelijk doorgeven van de aarde aan onze kinderen. Om dat voor elkaar te krijgen, zijn het juist organisaties zoals Milieudefensie en Progressief Schiedam die kritische vragen moeten stellen. Maar het zijn ook organisaties die op basis van de antwoorden op die vragen hun mening moeten baseren. En juist omdat ik als raadslid en als wethouder de vragen van Milieudefensie en heel veel andere vragen ook heb gesteld én iets heb gedaan met de antwoorden, kan ik niets anders dan concluderen dat er met Nieuwe Energie voor Groenoord stappen worden gezet waarmee de aarde beter wordt doorgegeven aan onze kinderen. Milieudefensie Schiedam: trek je vizier open en er een weekje voor uit om alle documenten eens te lezen en stap dan toch maar in de auto van die ene collega. Je zult zien dat dat je ergens brengt.