Progressief Schiedam en GroenLinks zijn niet erg gelukkig met de gang van zaken rond de herplant van bomen op en rondom het tracé van de A4. Tijdens de raadsvergadering van 17 februari had GroenLinks fractievoorzitter Jeroen Ooijevaar dan ook de nodige vragen en opmerkingen.
Wethouder Van Steenderen had vier weken geleden toegezegd over twee weken met een reactie te komen. Die is er dus nog niet. Ooijevaar: ‘We kunnen deze vorm van communiceren met de beste wil van de wereld geen incident meer noemen’. Daarmee gaf hij aan dat het grootste manco in de kwestie herplant volgens GroenLinks en Progressief Schiedam óók de communicatie is.
Beide partijen hebben tot op zekere hoogte begrip het feit dat er bomen geplant moesten worden. ‘Ook dat het logistiek gezien erg lastig en weinig duurzaam is om 3500 volwassen bomen met een flinke stamdiameter te herplanten kunnen we begrijpen. Maar’, zo vervolgde Ooijevaar, ‘dat het college bij hoog en laag blijft volhouden dat er sprake is van een volwaardige herplant, dat gaat ons wat te ver’.
GroenLinks en Progressief Schiedam wilden niet in herhaling vallen door het stellen van eerdere vragen. Er zijn echter wel door de hele gang van zaken nieuwe vragen ontstaan. In de brief van het college van 6 februari komt namelijk een nieuw argument naar voren waarom dikkere bomen niet geplant kunnen worden: de grond is hier niet rijk genoeg voor.
Ooijevaar: ‘Een rijke bodem is voor de groei van bomen, ook op de langere termijn, van groot belang en zou dus binnen de herplant een harde eis moeten zijn. De vraag is dan ook welke afspraken heeft het college daarover vooraf en recent met Rijkswaterstaat gemaakt?’
Hierover zegde de wethouder toe op 2 maart uitsluitsel te geven.
De vorige vraag roept weer de vraag op hoe lang Rijkswaterstaat de zorgplicht houdt voor de te herplanten bomen. Jeroen Ooijevaar wilde daarom weten wanneer het beheer overgaat naar Schiedam en welke consequenties dit heeft voor de ‘garantie’ op de bomen?
De wethouder gaf aan dat de garantie van Rijkswaterstaat twee jaar is.
Ten slotte stelde Ooijevaar de wethouder de vraag welk percentage van de bomen die in 2010 langs het tracé stond hij verwacht dat er in 2020 ook weer zal staan. En hoeveel in 2050? Maar de wethouder wilde hierop geen percentages geven.