GroenLinks en Progressief Schiedam hadden voor de commissievergadering van 10 december de voortgang rond Decathlon op de agenda gezet. Ruim 1,5 jaar geleden had GroenLinks het Schiedams college al gewezen op het provinciaal ruimtelijk beleid dat het vestigen van Decathlon op Harga niet toestaat. Voor de zekerheid had de fractie destijds nog navraag bij de provincie gedaan en haar twijfels bevestigd gekregen. De vraag luidde destijds of het college nog een plan B had?
Diezelfde brandende vraag speelde nu weer. Bovendien wilde GroenLinks fractievoorzitter Jeroen Ooijevaar graag weten hoe het allemaal zover had kunnen komen?
Naar aanleiding van de vragen had het college een brief opgesteld.
De conclusie van GroenLinks en Progressief Schiedam naar aanleiding van die brief luidt dat het college zich tegen beter weten in heeft blindgestaard op de vestiging van Decathlon op Harga: ‘De provincie heeft niets meer gedaan dan consequent opereren binnen de kaders die ze zichzelf heeft gesteld. Dat neemt niet weg dat ook GroenLinks en Progressief Schiedam vinden dat Schiedam hier een kans mist, maar dat is de provincie niet te verwijten’.
In zijn bijdrage ging Ooijevaar in op de rol van de burgemeester die de raad regelmatig de les leest over ‘kaders, welke pet je op hebt en op welke stoel je moet zitten’. In deze zaak was het college echter even ‘zelf in de oppositie en moest de provincie vragen om af te wijken van de zichzelf opgelegde kaders’. Daarop verwees de provincie ‘dan ook op Lameriaanse wijze naar de regeltjes en kaders die er al waren en de oppositie van het college ving bot’.
Ooijevaar gaf aan dat de burgemeester bovendien erg makkelijk rond de feiten laveerde: ‘Zo stelde hij dat in het IODS al gesproken werd over ontwikkeling van Harga. In IODS-verband is in 2006 en 2010 van alles afgesproken, maar geen woord over sporten, over dubbel grondgebruik of over herontwikkelen van Harga, laat staan over een grote detailhandel waar je ook een balletje kan trappen’. Pas in 2012 kwam in collegedocumenten voor het eerst een handel in sportartikelen naar voren.
Ondertussen heeft de raad nog steeds geen sluitende businesscase gezien en circuleren er weer berichten over verhuizingen van sportparken. Een prangende vraag aan het college is dan ook: hoe gaan we die verhuizingen financieren als er nog geen sluitende begroting is?
Ooijevaar gaf namens GroenLinks en Progressief Schiedam aan ‘reikhalzend uit te zien naar de zogenaamde business case 2.0. Graag worden we op korte termijn ook geïnformeerd over hoe de contacten met de sportverenigingen verlopen, hoe groot het draagvlak bij hen is en bovenal wat de kosten gaan zijn voor de verenigingen voor zowel verhuizing als huur op de nieuwe locatie’.
Zonder te willen doemdenken sloot Ooijevaar af met de vraag of er ook een plan C is. ‘Want wat als de business case niet sluitend blijkt?’