Tijdens de gemeenteraadsvergadering van 30 september heeft GroenLinks fractievoorzitter Jeroen Ooijevaar vragen gesteld over de invoering van de Rotterdamwet in Schiedam-Oost. GroenLinks heeft zich altijd fel uitgesproken tegen het inzetten van de inkomenstoets van de wet bijzondere maatregelen Grootstedelijke Problematiek.
Volgens Ooijevaar heeft dat verzet een simpele reden: ‘het toetsen op inkomen of de bron daarvan is schieten met een kanon op een mug, waarbij de mug zich niet eens per definitie in het schootsveld bevindt’. Bovendien blijkt nu uit een brief van de Provincie Zuid-Holland dat het college geen enkele bevoegdheid heeft inkomenseisen te stellen.
Ooievaar: ‘Nu hebben we uit de krant mogen vernemen dat de keuze is gevallen op stoppen. Dit zou toch al in de planning liggen, aangezien het om een proef van een jaar ging’.
GroenLinks en Progressief Schiedam communiceren liever via de raad dan de krant, vandaar dat Ooijevaar een aantal vragen had. Zo wilde hij weten of de pilot, al voor de evaluatie als mislukt te beschouwen is.
Maar wat zeker zo belangrijk is: hoe het toch mogelijk is, dat het college een instrument inzet dat niet rechtmatig bleek? Daarbij vroeg Ooijevaar zich af of dit ook nog juridische gevolgen zou kunnen hebben?
Zijn er mensen op onrechtmatige gronden geweigerd zich in Schiedam-Oost te vestigen? En zo ja, om hoeveel mensen gaat het?
Wethouder van Steenderen zegde toe met een brief te komen met informatie over de evaluatie van de inkomenstoets. Daarin verwacht GroenLinks ook de antwoorden te vinden op de gestelde vragen.