Raadsbijdrage cameratoezicht

Raadsbijdrage cameratoezicht 1 juli 2010

Voorzitter,
Op het moment dat PS constateerde dat het onderwerp cameratoezicht op de agenda kwam, was PS in de veronderstelling een betoog te zullen gaan houden over de ethiek achter camera toezicht. Dat ik hier namens PS bijvoorbeeld een betoog zou houden over hoe Julius caesar iets wat onbezonnen de rivier over stak en de gevolgen daarvan, hoe George Orwel in 1948 kwam tot het schrijven van zijn waarschuwing aan de samenleving, het boek 1984, of hoe recenter nog in 2008 de Engelse groep Marillion geïnspireerd werd tot het schrijven van het nummer Asylum Satellite 1.

Wat wij niet verwacht hadden is dat wij het niet zozeer hoeven te hebben over de ethiek van cameratoezicht maar vooral over de ethiek van evalueren. Dat, voorzitter, is eigenlijk een trieste constatering. Van de overheid mogen we immers verwachten dat een evaluatie grondig, gedegen en volledig is. Het voorstel geeft aan dat de proef geslaagd is en cameratoezicht echt nodig is.

We moeten er vooral mee doorgaan…

Voorzitter,
Dat brengt mij tot het aantoonbare nut. Daartoe hebben wij deze evaluatie immers ontvangen. Deze beschrijft de pilot die heeft plaats gevonden op de Koemarkt in de periode september 2009 t/m maart 2010. Ik wil samen met u eens kritisch kijken naar deze evaluatie, en haal er een aantal zaken uit:

Pagina 5. Doelstellingen en resultaten.

Doelstelling 2:
Het aantal aangiften van openlijke geweldpleging, eenvoudige mishandelingen en zware mishandelingen is met 55% afgenomen…. Nou voorzitter, Dat klinkt goed dacht ik! Dat zijn mooie cijfers. En dat dankzij het cameratoezicht?

Ik lees verder en zie dat op pagina 6 zijn de statistieken te vinden zijn. Daaruit blijkt:

De afname van eenvoudige mishandelingen was reeds in gang gezet vóór het cameratoezicht. Tussen 2008 en 2009 namen deze mishandelingen af met maarliefst 60%, terwijl een jaar later mét cameratoezicht de afname 25% is. De afname zonder cameratoezicht is dus groter dan met cameratoezicht.

De statistiek van de zware mishandelingen laat zien dat deze in 2008, dus zonder cameratoezicht, gereduceerd was tot 0. Tijdens het cameratoezicht waren er 2 gevallen van een zware mishandeling. Dat voorzitter, is de hoogste score in 3 jaar.

Wat wel is afgenomen zijn de gevallen van openbare geweldpleging.

Het ligt er in dit geval dus maar net aan hoe zwaar je bepaalde mishandelingen laat wegen. Wanneer deze allemaal even zwaar worden gewogen is er een vermindering zichtbaar. Echter, dat was zonder cameratoezicht ook al zichtbaar:

In periode 1 (2007-2008) waren er 15 aangiften.
In periode 2 (2008-2009) waren er 11 aangiften.
In periode 3 (2009-2010) waren er 5 aangiften.

Hiermee kan onmogelijk worden aangetoond dat het cameratoezicht daadwerkelijk heeft bijgedragen aan de vermindering van aangiften. Als dat wel zo is en het cameratoezicht is volledig verantwoordelijk voor de cijfers, is het omgekeerde toch ook waar en zou het cameratoezicht dus ook verantwoordelijk zijn voor de toename van het aantal zware mishandelingen.

Ook voorzitter, kan niet worden aangetoond dat de vermindering van het aantal aangiften de directe oorzaak is van het veiligheidsgevoel van omwonenden. Evenzo zou alleen het bordje waarop staat dat er cameratoezicht is al aan dit gevoel kunnen bijdragen.

Bij de overige statistieken blijkt ook dat het cameratoezicht niet persé de oorzaak zou zijn van afnemen, Bij b.v. de vernielingen werd zonder cameratoezicht een vermindering behaald van 12 naar 2 gevallen.

Tevens dient bij dit alles te worden meegewogen dat een als overlastgevende bekend staande uitgaansgelegenheid midden in de testperiode is gesloten. Dit kan even goed als het cameratoezicht van invloed zijn geweest. Als bij de enquête de vraag was gesteld: “De Havana is sinds januari 2010 gesloten. Heeft dit bijgedragen aan uw gevoel van veiligheid?” Zou deze wellicht ook door veel omwonenden bevestigend beantwoord zijn.

Op onze vraag of er binnen deze periode cijfers bekend zijn van overtredingen en/of misdaden die zijn begaan van vóór de sluiting van Havana en ná de sluiting van Havana moest het college vertellen dat die cijfers er niet zijn. Oftewel, het college kent absolute aantallen, maar niet de cijfers per dag, week of maand. Zo’n belangrijke variabele als het sluiten van zo’n zaak dient correct te worden opgenomen in de evaluatie. Dat is nu dus niet het geval.

Zouden we die cijfers wel hebben, pas dán zouden we wellicht heel voorzichtig een conclusie kunnen trekken over de werkelijke bijdrage van het cameratoezicht.

Op pagina 5 Doelstelling 4.

Hier is te lezen dat er dankzij de beelden vanuit de meldkamer eenheden naar de Koemarkt zijn gestuurd. Wat hier niet wordt vermeld is in hoeverre deze eenheden arrestaties hebben verricht dan wel escalatie hebben voorkomen. Het feit alleen dat er eenheden worden gestuurd zegt niets over de toegenomen veiligheid. Op pagina 6 staat uitgesplitst voor welke meldingen de eenheden zijn gestuurd.

Op onze vraag in hoeveel gevallen er arrestaties zijn verricht kregen wij het antwoord dat ook dat niet bekend was. Er was 1 geval bekend waarbij de politie wellicht erger heeft voorkomen. Wij van PS verwachten dat als er verteld wordt dat de politie meerdere malen is uitgerukt, dat er dan ook verteld wordt hoe zinvol dat uitrukken is geweest. Uitrukken op zich kan nooit een doel zijn. We zijn dan overigens ook wel benieuwd naar de gevallen dat de politie voor niets uitgerukt is…

Op pagina 11: Politie

“De politie heeft de indruk dat het rustiger is qua incidenten de laatste maanden”

Hieruit maak ik op dat de politie schijnbaar niet over harde cijfers beschikt, want dan zouden zij niet een indruk hebben, maar het zeker weten.

“De politie is van mening dat feitelijke aanwezigheid van politie meer effect heeft dan camera’s, echter is de combinatie het meest succesvol.”

Een zeer vreemde conclusie. Dit kunnen we lezen als dat de politie succesvoller is als ze niet ter plaatse zijn, maar eventueel gestuurd worden wanneer er een melding vanuit de meldkamer komt. Pas dan gaan ze er naar toe om actie te ondernemen.

Hoe voorzitter, kan dit ooit succesvoller zijn dan reeds ter plaatse aanwezig zijn?

Voorzitter,
De hele evaluatie is nogal in een jubelstemming geschreven met nietszeggende statistieken, geciteerde politie die het allemaal niet zeker weet, en weet te vertellen dat camera’s schijnbaar meer bijdragen aan de veiligheid dan de aanwezigheid van de politie zelf.

Voorzitter,
Alle statistieken beperken zich tot de locatie waar het cameratoezicht plaats heeft gevonden. Om hier conclusies uit te kunnen trekken is het volgende nodig:

-Statistieken van voor en na de sluiting van de Havana

-Statistieken van locaties in de omgeving van de Koemarkt die niet in deze evaluatie zijn opgenomen. (voorbeeld: iemand die is wezen stappen en de intentie heeft een fiets te stelen zal dit niet doen onder het toeziend oog van de camera. Hij of zij zal dit een stuk verderop doen. Het feit dat de fiets niet is gestolen op de Koemarkt draagt volgens de evaluatie bij aan de veiligheid, maar het feit dat er elders in de nabije omgeving een extra fiets is gestolen wordt niet meegewogen.)

-Statistieken van vergelijkbare gebieden zonder cameratoezicht.

De evaluatie voldoet zoals deze nu is niet aan de eisen van een correct en volledig onderzoek en daardoor kunnen er geen conclusies getrokken worden. Als er dan al cameratoezicht moet komen, zou dat zeker op basis van een correct onderzoek gedaan moeten worden. Het zou zinvol kunnen zijn om nog een proefperiode voor te stellen en dan hopen dat er in die periode niet nog een zaak sluit waardoor het nog rustiger wordt. Tevens moeten bij dat onderzoek ook de statistieken worden meegenomen zoals ik net heb genoemd.

Voorzitter,
Het is PS bekend dat veel Schiedammers positief staan tegenover cameratoezicht, maar dat wil dan nog niet zeggen dat een evaluatie zo “vooringenomen” zou mogen zijn. Het verbaasd PS dat dit stuk als evaluatie ingebracht wordt, en de basis is voor het raadsvoorstel. Cameratoezicht lijkt er te moeten komen, hoe dan ook.
Het verbaasd PS tevens dat andere partijen in deze raad, die in veel gevallen ook een gezonde kritische kijk op zaken hebben, over deze evaluatie vervolgens jubelend doen en al in de commissie aangegeven hebben voor het voorstel te zijn. Dit is in de ogen van PS echt onverantwoord.

Voorzitter, ethiek over cameratoezicht komt nu toch weer naar boven. Wellicht is 1984 toch een aanrader om te lezen en Asylun Satellite 1 toch een aanrader om te beluisteren.
Cameratoezicht is, en ik zeg dit met klem, geen onderwerp om lichtzinnig mee om te gaan.

Voorzitter,
PS kan niet anders dan tegen het voorgenoemde voorstel stemmen, maar eigenlijk willen wij hier nu nog niet over stemmen. Er wordt met dit voorstel niet voldaan aan de voorwaarden die PS minimaal wil zien als er dan al cameratoezicht zou moeten komen. De werkelijke veiligheid moet toenemen. Dat is niet terug te vinden in de evaluatie. PS geeft hiervoor een onvoldoende, maar geeft het college wel een herkansing.
PS. stelt voor nog een proefperiode in te lassen onder dezelfde voorwaarden als de afgelopen proef. In de evaluatie daarvan moeten dan ook de statistieken worden meegnomen zoals ik die hierboven heb omschreven. (hiertoe dienen wij een motie in)

Voorzitter,
Uiterste zorgvuldigheid is geboden alvorens wij de rivier de Rubicon oversteken.