Inspreektekst Jan vd Geest bonnetjes-affaire

‘’ Voer voor ethici en boekhouders’’ .

De ‘bonnetjesaffaire’, zoals het geklungel met en over rekeningen en declaraties is gaan heten, acht ik eigenlijk nauwelijks een ander onderwerp voor politici, als wel voor ethici en boekhouders. Aan welke regelgeving had men zich te houden, waarvoor en waartoe diende de ambtstoelage, de vaste onkostenvergoeding nu wèl en waarvoor niet aangesproken te worden? Waren de richtlijnen van NVG van toepassing of minimaal houvast?

Het ziet er naar uit dat er jarenlang maar wat aangerommeld is door deze en gene. Opvallend weinig declaraties ten opzichte van het aantal rekeningen die grif betaald werden en dit onder het motto: “er zijn geen of onvoldoende criteria waaraan wij ons gedrag kunnen toetsen”. Juist dáárom acht ik de aan de orde zijnde materie geschikter voor ethici en boekhouders.

Zijn er geen duidelijke richtlijnen, regels of afspraken, dan dient men zich bij het eigen geweten te rade te gaan teneinde tot een verantwoord besluit te komen en niet te redeneren ‘’waar geen regelgeving is, daar rommel ik maar wat aan’’.

Dus voer voor ethici.

Voer voor boekhouders zal ik illustreren met een voorbeeld uit eigen ervaring. Direct en indirect (namelijk via de fractievoorzitter van Progressief Schiedam) hebben de heer Maris en ik kenbaar gemaakt aan de toenmalige burgemeester dat wij de kosten voor ons verblijf op Vlieland ter ere van de installatie van de heer Haan, zelf wilden betalen; februari 2010. De heer Maris was indertijd bestuursvoorzitter en ik secretaris van PS, de partij waar de heer Haan wethouder voor was geweest in deze stad. Nimmer ontvingen wij een reactie en dat bevreemde en verontrustte ons, want onze aanwezigheid zal toch wel op enige lijstje of nota genoteerd zijn? Het moet de toenmalig wethouder van financiën bij het betalen van bus- boot- hotel- en restaurantrekeningen toch opgevallen zijn, dat er ook niet genodigden mee waren gereisd? Het bleef echter stil.

Voor ons was het dus vanzelfsprekend dat wij dit uitstapje, want dat was het toch, zelf zouden bekostigen. Ik herinner mij daarover gesproken te hebben op de boot en tijdens het diner, met twee raadsleden en een wethouder. Zowel uit hun verbale als non-verbale reactie bleek mij, dat wij mijn vraag of zij het vanzelfsprekend vonden dat de belastingbetaler hun tweedaagse uitje financierde een zeer vreemd vonden. Voor hen was het géén vraag.
Tot slot. De oud-wethouders Daskalakis, Vissers, Mostert, Siljée, Haan, Hekman en Groene memoreerden in hun brief als reactie op het rapport van de commissie Bregman, de aanbeveling dat, ik citeer: ‘’het bekijken van de uitgaven in de bestuursperiode 2008-2011 zowel in vergelijking met het verleden als met de vergelijkbare steden aanbeveling verdient, teneinde een ander in breder perspectief te plaatsen. Hen kan ik melden dat het bestuur van Progressief Schiedam op 20 september jl. hiertoe een aanvraag deed bij zowel het College van B&W van Voorschoten als van Schiedam.

Dames en heren, raadsleden, U bent vanavond geroepen om te oordelen en stelling te nemen. Ik roep U op uw op uw politieke, ja, partijpolitieke veren af te schudden en Uw geweten en het karwei te laten klaren.

Gewoontegetrouw zal ik eindigen, zeer vrij naar Gerard Reve: “Het wordt gehoord en gezien en zal zeker niet onopgemerkt blijven..’’

Ik dank U voor Uw aandacht.